Present continuous uitgelegd
Op deze pagina leggen we je uit wanneer je de present continuous gebruikt, hoe je de present continuous gebruikt, uitzonderingen op de regel én geven we jou oefeningen om te testen of je het begrijpt.
Wanneer gebruik je de present continuous?
Je gebruikt de present continuous wanneer je wil aangeven dat iets op dit moment gebeurt. In moeilijke taal noem je het ook wel een ‘duurvorm’, omdat het constant bezig is. Dit kan je in je achterhoofd houden. Je maakt de present continuous met een vorm van to be (am/is/are) + werkwoord + -ing.
Hoe gebruik je de present continuous?
Je kan de present continuous herkennen aan bepaalde signaalwoorden die laten zien dat het op dit moment gebeurt, bijvoorbeeld:
- I am working on my essay for History at the moment.
- She is baking a delicious cake for our guests.
- We are sitting on the bench in front of the church.
Uitzonderingen
Wanneer het werkwoord op -e eindigt dan valt deze -e weg wanneer je er +ing achter plaatst (bijvoorbeeld to bake -> baking).
Bij werkwoorden met één lettergreep met een korte klinker (a, e, i, o.u) wordt de medeklinker verdubbeld om het juist te laten klinken (bijvoorbeeld to sit -> sitting).
In het kort: gebruik am/is/are + werkwoord + -ing wanneer je wil aangeven dat iets op dit moment gebeurt.
Oefenen met present continuous
Wil je testen of je het helemaal begrijpt? Zet dan de juiste vorm in onderstaande zinnen:
- We […] not […] so wel today (to feel)
- I […] to school right know (to drive)
Bekijk de uitleg van onze docent Suzanne
Liever leren door een video te bekijken? Bekijk dan de korte en krachtige uitlegvideo van een van onze Engels docenten hieronder. We hebben meer dan 4.500 uitlegvideo’s gemaakt voor onderwerpen van de vakken Frans, Engels, wiskunde, biologie, NaSk en Nederlands.
Andere vragen over present continuous
De present continuous bestaat uit twee onderdelen: een vorm van ’to be’ (am/is/are) + werkwoord met -ing achter het werkwoord. Een voorbeeld hiervan is ‘we are playing’
De present continuous gebruik je als:
1. Er nu iets gaande is (vaak met signaalwoorden, zoals ‘at the moment’ of ‘now’
2. Iets vaak gebeurt, waar je je bijvoorbeeld aan ergert (met het signaalwoord ‘always’)
3. Als iets in de nabije toekomst gaat plaatsvinden
De present continuous van een werkwoord bestaat uit twee delen: de tegenwoordige tijd van het werkwoord ’to be’ + het tegenwoordig deelwoord van het hoofdwerkwoord.
De present continuous gebruik je voor niet permanente situaties die op dit moment bezig zijn. De present simple gebruik je voor situaties die in het heden gaan plaatsvinden, zoals feiten of permanente situaties.