1. Scheid de hoofd- en bijzaken
Soms lijkt de lesstof zo veel, dat je het overzicht verliest. Dan is het handig om te kunnen bepalen wat de belangrijkste informatie is. Dat doe je door hoofd- en bijzaken te onderscheiden.
- De eerste stap is om de tekst goed te lezen om te begrijpen wat er staat. Probeer vervolgens de tekst aan jezelf in eigen woorden te vertellen. Het kan heel goed zijn dat je al wat hoofdzaken hebt onthouden door de tekst één keer te lezen.
- Vervolgens lees je nog een keer de titel, tussenkoppen en het begin en het einde van de tekst. De titel en koppen geven namelijk meteen aan waar de stof over gaat. Meestal wordt in het begin het onderwerp of de hoofdgedachte van de tekst toegelicht. Aan het eind vind je vaak een samenvatting van de hele tekst, dat ook de hoofdzaken bevat.
- Hierna ga je verder op zoek naar hoofdzaken. Als je geschiedenis leert, zijn dit waarschijnlijk jaartallen. Bij biologie kunnen dit bijvoorbeeld bepaalde begrippen of feiten zijn.
- Om te testen of je nu écht de hoofdzaken uit de tekst hebt gehaald, kun je met een klasgenoot vergelijken. Als jullie dezelfde hoofdzaken hebben gevonden, weet je dat je goed zit!
2. Bekijk uitlegvideo’s
Bij alleen het zien van de hoeveelheid moeilijke lesstof die je moet leren kan de moed je soms in de schoenen zakken. Maak het jezelf iets makkelijker én leuker door uitlegvideo’s te kijken. Hiermee kun je tijd en moeite besparen, zodat je tijd over hebt om leuke dingen te doen. Je vindt bijvoorbeeld op StudyGo uitlegvideo’s voor veel verschillende vakken, maar er zijn ook genoeg YouTube-docenten die je op goed op weg kunnen helpen. Zo kan Math With Menno je alles uitleggen over wiskunde en dankzij Biologie met Joost ben je optimaal voorbereid op je biologietoets.
3. Maak een mindmap
Voor vakken als aardrijkskunde kan een mindmap goed helpen bij het leren. Als je een mindmap maakt, zet je in het midden het onderwerp en hieromheen termen en begrippen die daarbij horen. Het hoeft niet alleen maar tekst te zijn, je kan ook gebruik maken van plaatjes, kleuren of emojis door bijvoorbeeld met het programma Canva te werken. Zo maak je het leren alleen maar leuker.
Let wel op dat je de tekst bij een mindmap zo kort en bondig mogelijk houdt. Aan de hand van de steekwoorden en afbeeldingen leg je de verbanden en ga je de lesstof beter begrijpen.
4. Gebruik flashcards
Een ander fijn hulpmiddel bij het leren zijn flashcards. Probeer deze kaartjes wel altijd zelf te maken en niet van bijvoorbeeld een klasgenootje te lenen. Door vragen, formules of begrippen zelf op de kaartjes te schrijven ben je namelijk al aan het leren! Aan de ene kant schrijf je de vraag en aan de andere kant het antwoord. Wanneer je de vraag voor je hebt, bedenk je in gedachten het antwoord. Vervolgens draai je de flashcard om en zie je of je het antwoord goed hebt. Het handige van flashcards is dat je deze kleine kaartjes overal mee naartoe kan nemen. Zo kun je moeilijke lesstof altijd even in de bus, tijdens een tussenuur of bij het ontbijt leren.
Is dit jouw favoriete manier om te leren, maar wil je het wel een keertje afwisselen met iets anders? Probeer dan ook eens de overhoormethode ‘in gedachten’ op StudyGo, die vergelijkbaar is met flashcards.
1. Creëer rust en structuur
Als je leerlingen weten wat ze van je kunnen verwachten, zal de les vaak een stuk soepeler verlopen. Zo kun je leerlingen structuur bieden door altijd aan te geven wat ze de volgende les te wachten staat. Zeg bijvoorbeeld: “In de volgende les gaan we dit hoofdstuk uit het boek behandelen en sluiten we de les af met een terugblik op…”. Een ander handig hulpmiddel is een weekplanning die je met je leerlingen deelt. Op die manier weten ze precies waar ze die week aan toe zijn. Ook kun je orde in de klas scheppen door met een klasindeling te werken. Geef de leerlingen vaste plaatsen in de klas, dit scheelt een hoop geroezemoes en tijd aan het begin van elke les.
2. Leg de focus op verbinding
Je leerlingen zullen eerder gemotiveerd zijn om te gaan leren als ze zich op hun gemak voelen. Om dit te bereiken kun je groepsactiviteiten inzetten om de groepsvorming van de klas te stimuleren. Hierbij kun je de leerlingen in verschillende samenstellingen in groepen laten werken. Geef hierbij aan hoe je verwacht dat leerlingen met elkaar omgaan. Wanneer je leerlingen beter kunnen samenwerken, zal de sfeer en de houding van de klas verbeteren.
3. Wees consequent en duidelijk
Vooral aan het begin van het schooljaar willen leerlingen graag weten wat ze van jou kunnen verwachten. Creëer duidelijkheid door direct jouw verwachtingen uit te spreken. Stel samen met je leerlingen afspraken op. Wat hebben jouw leerlingen nodig om te kunnen leren? En wat heb jij van hen nodig om goed les te kunnen geven?
4. Geef positieve feedback
Feedback werkt het best als het op de juiste manier gegeven wordt. Wanneer feedback vooral draait om wat er niet goed gaat, kan dit ertoe leiden dat leerlingen ongemotiveerd raken. Als docent wil je graag dat je feedback effectief is. Dit bereik je vooral door de feedback positief in te steken. Je kunt bijvoorbeeld beginnen met wat er wél goed ging en daarna overgaan tot de meer serieuzere feedback.
5. Wees jezelf, maar houd het professioneel
Leerlingen zijn in een docent niet op zoek naar een nieuwe vriend, blijkt uit eerder onderzoek. Maar ze willen wel graag een docent die toegankelijk is. Probeer hierin daarom een gulden middenweg te vinden. Blijf dichtbij jezelf en ga voor een natuurlijke leiderschapsstijl. Zorg daarbij voor een zekere afstand en blijf vooral hun docent, die wel altijd benaderbaar is.
Meer tips voor docenten? Lees hier over actieve werkvormen of over leermethodes om leerlingen te motiveren.
Stap 1: Leer de lesstof
Met overhoren traint je kind wat hij/zij al weet, maar er moet dan wel eerst geleerd worden. Hoe je kind leert, is volledig afhankelijk van zijn/haar favoriete leermethode. Zo kunnen ze leren door samenvattingen, mindmaps of flashcards te maken. Andere goede leermethodes zijn ezelsbruggetjes of de blaadjes methode.
Stap 2: Blijf herhalen
Ze zeggen ook wel ‘oefening baart kunst’ en dat is niet voor niets. Als je kind elke dag tien minuten besteedt aan het leren van de lesstof, kan hij/zij het steeds makkelijker onthouden. Het beginnen met leren is vaak het lastigst, daarvoor moet hij/zij vaak een drempel over. Door dit in blokjes van tien minuten te doen zal de tegenzin een stuk minder zijn.
Stap 3: Test de kennis door te overhoren
Nu je kind de stof heeft geleerd is het tijd om te overhoren. Een mooie manier om te kijken hoe goed de lesstof daadwerkelijk is blijven hangen en of er misschien nog specifieke aandachtspunten zijn. Het kan saai worden om maar op één manier te overhoren, daarom is het handig om verschillende overhoormethodes af te wisselen. Zo kan je kind op StudyGo met onder meer hints, in gedachten en dictee oefenen.
Nu weet je welke stappen je kind kan doorlopen om op de juiste manier te overhoren. Laat die toetsen maar komen!
Le comédien
Het is logisch als je bij dit woord meteen denkt aan een cabaretier. Dat is nu juist misleidend aan dit woord, want het betekent totaal iets anders. De vertaling van dit woord is namelijk toneelspeler, filmacteur of komiek. Toch nét iets anders dan een cabaretier.
La vis
Aangezien dit Franse woord identiek is aan het Nederlandse woord ‘vis’, zou je kunnen denken dat het vis betekent. Wat het woord daadwerkelijk betekent zag je misschien niet aankomen. De vertaling ligt in een totaal andere hoek dan etenswaren. La vis betekent namelijk… de schroef!
Drôle: het is niet wat je denkt
We kunnen het je niet kwalijk nemen als je grinnikt bij het zien van dit woord, want we denken allemaal aan hetzelfde. Toch betekent dit woord niet wat je denkt. De vertaling van drôle is namelijk grappig of amusant. Máár, dit Franse woord is wel afgeleid uit de Nederlandse taal. Een drol of drolle betekende in het oud-Nederlands een trol of kaboutermannetje.
La cloque
Het is begrijpelijk als je bij dit woord aan een klok denkt, maar ook bij dit woord is niets minder waar. Je kan hier namelijk niet mee klokkijken, want de vertaling van dit woord is geen klok, maar: de (voet)blaar. Nu zal je deze fout niet maken als je Frans gaat leren!
Le pouce
Wanneer je dit woord uitspreekt klinkt het waarschijnlijk als het woord ‘poes’. Of misschien denk je wel aan de altijd lekkere tompouce van de Hema. Net als bij la vis, heeft dit woord ook niets te maken met een poes. De vertaling van le pouce is namelijk: de duim.
Test je kennis
We hebben nog meer instinkers voor je opgezocht. Speel de quiz en ontdek of jij de échte betekenis van deze Franse woorden kent! Klik op de button onderaan de pagina om de quiz te spelen.
Zou je kunnen toelichten wat digitale geletterdheid inhoudt?
“Digitale geletterdheid gaat over vaardigheden die leerlingen nodig hebben om zich wegwijs te kunnen maken in de digitale wereld. Digitale geletterdheid bestaat uit vier van de elf 21e eeuwse vaardigheden: mediawijsheid, ICT-basisvaardigheden, informatievaardigheden en computational thinking.”
“Het is de bedoeling dat docenten de 21e eeuwse vaardigheden aan leerlingen op de basisschool én leerlingen op de middelbare school aanleren. Uit onderzoek blijkt dat docenten moeite hebben om deze vaardigheden toe te passen in hun eigen vakken. Het is de bedoeling dat alle docenten dit in hun lessen zouden moeten opnemen, maar de vraag is: gebeurt dat overal? Wordt dat voldoende gedaan, ja of nee?”
Kan je meer uitleggen over jouw rol als docent digitale geletterdheid?
“Ik werk fulltime als docent op het Erasmus, een middelbare school in Almelo. Dat is een middelbare school van praktijkonderwijs tot en met het gymnasium en we hebben zelfs internationale schakelklassen. Ik ben verantwoordelijk voor het digitaal geletterd maken van leerlingen, maar ook zeker mijn collega’s. Mijn collega’s moet ik natuurlijk ook digitaal geletterd maken, zodat zij de vaardigheden überhaupt aan leerlingen kunnen aanleren.”
“Het is nog niet zo dat er daadwerkelijk getoetst wordt op digitale geletterdheid. Het is nog niet verplicht vanuit de overheid, dat er getoetst wordt of een leerling digitaal vaardig is of niet. Maar, digitale geletterdheid is wel iets dat steeds meer naar voren komt. Vooral in Coronatijden bleek heel erg hoe belangrijk ICT-vaardigheden of informatievaardigheden eigenlijk zijn voor leerlingen om zich te kunnen redden in de maatschappij. Ik zorg dat ik zoveel mogelijk van de kernwaardes en kerndoelen van digitale geletterdheid toepas in andere vakken. De vaardigheid mediawijsheid, waarbij we het hebben over ‘hoe reageer je bijvoorbeeld als iemand jou rare berichtjes stuurt op Instagram’, is lastig bij andere vakken te implementeren. Daarom geef ik deze lessen zelf.”
Is digitale geletterdheid een apart vak?
“Ik bied digitale geletterdheid niet aan als een apart vak, daar is geen tijd en ruimte voor in het huidige curriculum. Ik probeer het zoveel mogelijk te implementeren bij de andere vakken. Bij aardrijkskunde kan je het bijvoorbeeld hebben over Google Maps en bij burgerschap kan je het hebben over normen en waarden online. Maar er blijven zaken over en dat geef ik dus in gastlessen over mediawijsheid. Die lessen geef ik bijvoorbeeld in plaats van mentorles. In de les kunnen we het hebben over wat wel een normale reactie in de algemene WhatsApp groep van de klas is en wat niet. Dat zijn onderwerpen die ter sprake komen.”
Maak je gebruik van bepaalde lesmethodes?
“Ik maak niet gebruik van vaste lesmethodes omdat ik vind dat die heel snel achterhaald zijn. Het is belangrijk om non-stop in te spelen op wat leerlingen op dat moment het meest bezighoudt. Je kan het wel gaan hebben over Facebook, maar dat gebruiken ze helemaal niet, dus je moet het gaan hebben over Snapchat, TikTok en Instagram. Een van de methodes die ik wel gebruik is dat ik mijn leerlingen les geef en ze vervolgens les laat geven aan leerlingen uit groep 7 en 8. Ik laat leerlingen ook weleens zelf lesmateriaal zoals presentaties maken, waardoor ze ook weer hun ICT-basisvaardigheden en informatievaardigheden gebruiken. Ze moeten namelijk zelf nadenken over welke informatie interessant is. Leerlingen zijn meer geïnteresseerd als ze het van leerlingen horen in plaats van de docent.”
Heb je tips voor andere docenten om digitale geletterdheid toe te passen?
“Het is belangrijk om het gesprek aan te gaan met leerlingen. Hierbij moet je wel onthouden om weg te blijven van alle gevaren en wat je wel/niet online moet doen. Laat de leerlingen vooral zelf vertellen wat ze aan het doen zijn en laat ze zelf het gesprek voeren. Ze gaan dan vanzelf elkaar op dingen aanspreken. Het is soms zelfs bijna grappig. Stel het gaat over WhatsApp gedrag en je hebt het over wel of niet spammen, dan stel ik weleens de vraag ‘hey maar jongens, wat vinden jullie ervan als die en die en die dit soort berichtjes stuurt’. Dan ontstaat er vanzelf een gesprek. Ze zeggen dan gewoon tegen elkaar ‘luister, wat jij doet is helemaal niet leuk’. Daar heeft de ander dan veel meer aan dan wanneer een docent het zegt. Ik stel ook weleens de vraag ‘wie heeft er moeite mee om de telefoon weg te leggen’ en dan gaat er een hand omhoog en dan zegt een leerling ‘ik heb er moeite me, want ik vind het moeilijk om te stoppen’.”
“Dat is echt zinvolle informatie waar je als docent heel veel uit kan halen. Vraag gewoon een keer aan een leerling ‘wat is TikTok, leg het eens uit’ of ‘kan iemand mij helpen met het digibord’ of ‘kan iemand googelen hoe de standby functie van het digibord werkt’. Geef ze een opdracht en laat ze meedenken, want wij gaan het niet winnen als docenten.”
Tot slot: op welke manier maak je gebruik van StudyGo?
“StudyGo ken ik al vanuit mijn studietijd, maar dan meer om woordjes te leren. Ik gebruik het zelf wel eens om nieuwe talen te leren of om juist een woordenlijst te maken van digitale termen. Ik zet StudyGo dus meer in om bepaalde begrippen uit je hoofd te leren, daar is het platform erg geschikt voor.”
Akelige Morgen & Prettige Middag
Bij het lezen van de kop denk je misschien: wat is dit nou? Dit is een ezelsbruggetje om de Amerikaanse tijden te onthouden. Amerikanen gebruiken namelijk AM en PM om de tijd aan te geven. Voor hun makkelijk, maar voor anderen kan het een raadsel zijn wat ze nu precies bedoelen. Met dit geheugensteuntje zal je het nooit meer door elkaar halen. Akelige Morgen staat voor AM (van 00:00 uur tot 12:00 uur) en Prettige Middag staat voor PM (van 12:00 uur tot 00:00 uur).
Smurfen
Eindigt een woord met een -d of -dt? Het kan soms erg verwarrend zijn. Om je op weg te helpen kan je daarom dit handige ezelsbruggetje gebruiken: smurfen. Dit ‘werkwoord’ gaat als volgt in zijn werk: ‘ik smurf’ en ‘jij smurft’, dat kan je zien als ‘ik vind’ en ‘jij vindt’. Dit gaat je helpen om nooit meer fouten te maken!
Knokkels van je hand
Wil je weten of een maand 30 of 31 dagen heeft? Dat kan je als volgt uitvogelen: bal je handen tot een vuist en ga één voor één je knokkels af. Start bij de maand januari en tel vanaf de knokkel bij je pink van je rechterhand en tel door naar je linkerhand. Een knokkel heeft 31 dagen, een kuiltje 30 dagen. Zo kan je erachter komen dat juli en augustus 31 dagen hebben.
Op in het Oosten, Weg in het Westen
Waar de zon nu opkomt en weer ondergaat kan makkelijk door elkaar gehaald worden. Om die reden is dit slimme ezelsbruggetje het leven ingeroepen. De zon gaat op in het oosten en weg in het westen. Makkelijker kan haast niet!
Wintertijd: wint-er-tijd mee!
Het is weer wintertijd… Maar gaat de klok nu voor- of achteruit? Met dit ezelsbruggetje is het geen puzzel meer. Van wintertijd kan je wint er tijd maken. Oftewel: de klok gaat dus achteruit! Dit betekent dus dat in de zomertijd de klok een uurtje vooruit gaat.
Nog meer tips nodig?
Kan je naast deze ezelsbruggetjes nog meer tips gebruiken om te leren? Bekijk dan eens deze tips om binnen 24 uur een voldoende te halen.
Hoe kunnen leerlingen het beste Spaans leren?
“Visualiseren helpt heel goed om de woorden te onthouden. Als mensen iets zien én iets lezen, dan blijft het veel beter hangen. Als je een beeld hebt bij het woord, of zelfs een voorwerp hebt die je eraan kan linken, onthoudt je het veel beter. Het probleem bij woordjes leren is dat je het binnen een korte tijd weer kan vergeten. Als je het goed wil opslaan in je geheugen moet je het woord voor je kunnen zien, het kunnen omschrijven, in gesprekken terug laten komen, er spelletjes mee maken, noem maar op.”
Welke werkvormen gebruikt u in uw les?
“Ik gebruik bijvoorbeeld een spelletje met een dobbelsteen of memoriespelletjes. Echt van die typische spelletjes die je gebruikt om het geheugen te trainen. Bijvoorbeeld ook het spel ‘maak de zin af’. De ene leerling zegt een woord en dan moet de volgende leerling het woord herhalen en vervolgens een woord aan de zin toevoegen. Dat soort spellen zet ik in. Ik probeer ook heel veel te kijken naar de wereld van mijn leerlingen. Zo stel ik de vraag of de leerling in het Spaans kan omschrijven waar zij/hij woont. Of de leerlingen moeten de vakantieplaats omschrijven waar ze naar toe gaan. Dat zijn bekende plekken voor en dat maakt het dan makkelijker om te omschrijven. Als je zoveel mogelijk dichtbij jezelf blijft, dan leer je het beste. Ook laat ik veel video’s zien, dat ook weer te maken heeft met visualiseren. Op deze manieren hoop ik dat de woorden zo goed mogelijk blijven plakken.”
Bekijk deze video voor een impressie hoe Francisca lesgeeft.
“Ik vind werken met StudyGo ook heel fijn. Op dit moment gebruik ik vooral de meerkeuzevragen, want dat gaat snel en neemt niet teveel tijd van mijn les in beslag. Maar ik moet nog even uit gaan zoeken op welke verschillende manieren ik StudyGo nog meer in kan zetten in mijn les. Het inzetten van quizzen klinkt ook interessant.”
Op welke manier maakt u gebruik van StudyGo in uw lessen?
“Ik maak al heel lang gebruik van StudyGo in mijn lessen, maar eerst was alles anders. Vroeger moest je woorden zelf importeren, maar nu hoeft dat niet meer. De woordenlijsten zitten al in StudyGo zelf. Het is fijn dat je op StudyGo op verschillende manieren woorden kan leren, zoals bijvoorbeeld meerkeuze, dictee, hints, in gedachten, meerkeuze en spelling. StudyGo is een klein onderdeel van mijn les, waar ik samen met mijn leerlingen de Spaanse woordjes ga doornemen.”
Wat voor tips kan u andere Spaans docenten meegeven?
“Ten eerste is het van belang om een goede leesmethode te hebben, hiervoor is opSTAP Spaans geweldig. Dat is klein, compact en to the point. Vooral als je je leerlingen wil introduceren tot de taal is het perfect. Ook is muziek inzetten in de les aan te raden. Ik doe bijvoorbeeld veel met liedjes in de les. Het is ook belangrijk om te vragen wat de leerlingen zelf willen. Willen mijn leerlingen iets weten over koken? Dan gaan we samen Spaanse recepten opzoeken. Een ander voorbeeld: een leerling van mij ging een roadtrip doen door Zuid-Afrika en toen gingen we in het Spaans alle landen en bezienswaardigheden omschrijven.”
“De combinatie van aansluiten bij de interesses en voldoen aan de leerbehoeftes van leerlingen, dat is het allerbelangrijkste.”
1. Differentiatie naar tijd/tempo
Elke leerling heeft een ander leertempo. De ene leerling racet door de lesstof heen, terwijl de andere leerling achterblijft. Hoe kan je het beste met deze verschillen tussen leerlingen omgaan? Door middel van tempodifferentiatie. Hier houd je rekening met hoeveel tijd leerlingen nodig hebben om de stof te verwerken. Een manier om dit te doen is door de klas op te splitsen in twee groepen, die je een andere hoeveelheid opdrachten kan laten maken.
In StudyGo kan je groepen maken voor je klas en hierin oefenmateriaal klaarzetten. Zo kan je in de ene groep meerdere woordenlijsten klaarzetten dan in de andere groep, of in de ene groep de lesstof aanbieden in quizzen en in de andere groep juist niet.
2. Differentiëren in instructie
Er zullen altijd leerlingen zijn die baat hebben bij extra uitleg, maar ook leerlingen die daar geen vraag naar hebben. Om erachter te komen welke leerlingen meer uitleg nodig hebben en welke leerlingen niet, kan je ze bijvoorbeeld een quiz laten maken. Op basis van die resultaten kan je de klas in twee instructiegroepen delen. Wie de lesstof goed genoeg beheerst, kan je zelfstandig laten leren. Je kan leerlingen bijvoorbeeld hun favoriete laten leermethode kiezen waardoor ze op hun eigen manier en in hun eigen tempo de woorden en begrippen kunnen leren. De leerlingen die de stof nog niet goed genoeg kennen, kan je extra uitleg geven of verwijzen naar instructievideo’s als verlengstuk van je uitleg.
3. Differentiëren in verwerking
Na de uitleg volgt het moment dat leerlingen de lesstof in de praktijk gaan brengen. Menig docent kan iets roepen zoals: “jullie gaan nu de opdrachten 1 t/m 5 maken”. Bij differentiatie laat je juist je leerlingen kiezen hoe ze het doen. De ene leerling leert beter door een presentatie over het onderwerp te geven, de andere leerling leert misschien meer door een mindmap te maken. Je kan de leerlingen laten kiezen tussen verschillende practicumopdrachten dat gebaseerd is op het beheersingsniveau. Zo kan je bijvoorbeeld de leerlingen die de stof al goed onder de knie hebben een presentatie laten maken en de leerlingen die zich wat meer moeten verdiepen in de stof, een werkstuk laten maken.
Start met lesgeven
Welke manier van differentiëren jij kiest, is volledig afhankelijk van jouw leerdoel. Wil je bekijken hoe je met StudyGo kan differentiëren in de les? Maak dan een gratis docentenaccount aan om StudyGo te ontdekken.
In welke situatie kwamen ouders bij StudyGo terecht?
Ouders kunnen op allerlei manieren bij StudyGo terechtkomen. Om er achter te komen in welke situatie ouders bij StudyGo kwamen, hebben wij ze verschillende situaties voorgelegd. De eerste situatie was ‘ik had zelf van StudyGo gehoord en heb het besproken met mijn kind’. 39,8% van de ouders gaf aan dat deze situatie het meest voor hun van toepassing is. Ook gaf 40% aan dat hun kind een gratis account had op StudyGo en graag een betaalde versie wou. Tenslotte zei 17% van de ouders dat hun kind van StudyGo had gehoord en samen met de ouders ernaar wou kijken.
Hoe zien ouders StudyGo?
Wij vroegen de ouders hoe zij StudyGo zien. Zien ze StudyGo als online hulpmiddel, oefenplatform of meer als een woordjes-leren-platform? We gaven de ouders de keuze uit 5 antwoorden: als alternatief voor huiswerkbegeleiding, als alternatief boor bijles, als extra oefenplatform naast boeken, als extra uitleg naast school óf als toetsvoorbereiding platform. 65% van de ouders gaf aan StudyGo te zien als extra oefenplatform naast de boeken. Ook niet onbelangrijk: 16% ziet StudyGo als toetsvoorbereiding platform en 12% als een platform voor extra uitleg naast school.
Wat gaf de doorslag om te starten met StudyGo?
Op de vraag ‘wat was de aanleiding om te starten met StudyGo?’ gaf 39% aan dat ze het platform inschakelen om hun kinderen zelfstandig om niveau te laten komen. Dat was niet de enige reden waarom ouders StudyGo kozen. 25% van de ouders gaf aan dat ze StudyGo kozen omdat hun kind extra uitleg nodig heeft naast die van de vakdocent. Ook gaven 19% van de ouders aan dat ze StudyGo kozen omdat hun kind een veel hoger cijfer kan halen dan ze nu halen.
Probeer het ook
Klinkt een van deze redenen bekend in de oren? Dan is StudyGo uitproberen misschien wel de moeite waard. Wij hebben pakketten voor de basisschool, onderbouw en talloze andere leerniveaus.
Test de wiskunde kennis
Met een quiz over wiskunde kom je er snel en makkelijk achter wat het huidige kennisniveau is. Bij een quiz is het belangrijk om te onthouden dat het niet te ingewikkeld moet zijn, anders haken leerlingen af. Wij hebben een korte quiz samengesteld om een voorbeeld te geven hoe je een quiz over wiskunde kan insteken. Bekijk de quiz hier.
Hoeveel weten jouw leerlingen over de Franse taal?
Een quiz over de Franse taal kan je op allerlei manieren insteken. Je kan bijvoorbeeld een quiz maken over de vervoeging van het werkwoord avoir, of over de vertaling van Franse woorden. Voor de Frans quiz hebben wij het op een net iets andere manier aangepakt, wat jou inspiratie kan geven over hoe je een quiz ook zo kunnen maken. Bekijk de quiz hier.
De leukste biologie feitjes
De onderwerpen van het vak biologie rijken tot de sterren en daar voorbij, maar je moet toch een keer de knoop doorhakken waarover je een quiz gaat maken. Over dieren in het bijzonder zijn er allerlei leuke feiten die je in een quiz kan stoppen, om zo de klas te introduceren tot het biologie vak. Wij hebben een quiz gemaakt die je hiervoor zou kunnen inzetten. Bekijk de quiz hier.
Een Engels quiz om de hersenen te kraken
Ook voor het vak Engels kan je een quiz op verschillende manieren insteken. Van grammatica tot spelling, van cijfers tot woorden. Wij hebben een quiz gemaakt met vraagstellingen zoals meerkeuze en een open vraag, die jij kan gebruiken in de klas. Bekijk de quiz hier.
Van spreekwoorden tot woordenschat
Om de Nederlands les energiek te beginnen, of juist op een leuke toon af te sluiten, hebben wij een Nederlands quiz gemaakt. Deze korte maar krachtige quiz bestaat uit meerkeuze en invulvragen en is zowel leuk als leerzaam om in te zetten in de klas. Bekijk de quiz hier.
Start met quizzen!
Met één van deze quizzen motiveer jij je leerlingen om actief met de lesstof om te gaan. Of je een quiz nu aan het begin, midden of eind van de les in zet: het wordt geheid een succes.