Past simple vs present perfect: Engelse werkwoordstijden uitgelegd

De past simple en de present perfect worden allebei gebruikt als we het hebben over iets dat voorbij is. Het belangrijkste verschil tussen deze twee tenses is de vraag of die gebeurtenis in het verleden nog invloed heeft op het heden. Een voorbeeld:

Past simple: I studied last night.

In deze zin vertelt iemand dat die gisteravond heeft geleerd. Diegene is nu klaar met leren. De gebeurtenis is afgerond. De past simple wordt gebruikt om dat aan te geven.

Bij de present perfect gaat het om gebeurtenissen die in het verleden zijn gebeurd, maar nu nog steeds bezig zijn. Iets is al deels voltooid, maar ook nog aan de gang.

Present perfect: I have studied all night, so I am very tired.

In deze zin vertelt iemand dat die de hele nacht heeft geleerd, waardoor diegene nu erg moe is. Hoewel het leren klaar is, merkt diegene wel het gevolg daarvan: de vermoeidheid. In dit geval wordt de present perfect gebruikt.

De past continuous is nog een tense die wordt ingezet bij het praten over iets in het verleden. Het verschil tussen deze werkwoordstijd en de past simple heeft te maken met de vraag of de gebeurtenis die wordt beschreven voorbij is of niet. Nog een voorbeeld:

Past simple: I studied last night.

Past continuous: I have been studying all night.

In de laatste zin vertelt iemand dat die de hele nacht heeft gestudeerd en nog steeds niet klaar is met leren, maar daar nog mee bezig is. De past continuous geeft dus aan dat hoewel iets in het verleden is begonnen, nog altijd gaande is.

Nog steeds moeite met de werkwoordstijden, of andere onderwerpen? De tutoren van StudyGo zitten klaar om vragen over Engels en andere vakken te beantwoorden. Zij kunnen zelfs helpen met specifieke huiswerkopdrachten! Het is ook mogelijk om een bijles te volgen over lastige onderwerpen. Onze tutoren zijn gescreende tutoren met universitaire opleiding.