Wat is een zelfstandig naamwoord?

Virginie

Het zelfstandig naamwoord is een woord dat naar ‘iets’ verwijst. Het geeft ‘een zelfstandigheid’ aan, dat zowel concreet als abstract kan zijn. Dit woord kan verwijzen naar mensen, dieren, aardrijkskundige namen, dingen, (eigen) namen maar ook gevoelens en gebeurtenissen.

Voorbeelden van een zelfstandig naamwoord

de panda
de zonnebloem
de moeder
de meester
de brug
de rivier
Frankrijk
de sport
de liefde
Nike

Waar herken je een zelfstandig naamwoord aan?

1. Zelfstandig naamwoorden kunnen zowel naar concrete als abstracte zaken verwijzen. 

Concreet houdt in dat iets tastbaars is, of dat je het bijvoorbeeld kunt zien:

personen (Eva, kind)
dingen (borstel, fiets)
dieren (kat)
plaatsen en landen (Amsterdam, Denemarken)

Voorbeeldzinnen:

De bakker verkoopt heerlijke croissants.
Zij neemt de trein.
De schapen staan in de stal.
Ik ben naar Istanbul geweest.

Abstracte dingen zijn niet tastbaar of echt. Je kunt dit niet aanraken of vastpakken: 

gevoelens (verdriet, woede) 
eigenschappen (hoogte, grootte)
tijd (middag, uur, minuut)
gebeurtenissen (verjaardag, ontmoeting) 
denkbeeldige personen of dingen (kabouters, heksen, dromenland)

Voorbeeldzinnen:

Zou de vrede ooit gesloten worden?
Hij heeft last van vliegangst.
Het kwartier is bijna voorbij.
De diepte is drie meter.
De elfjes zijn vaak favoriet.

2. Zelfstandig naamwoorden zijn woorden waar je een lidwoord (de, het, een) voor kunt zetten.

Je kunt deze woordsoorten meestal combineren met een lidwoord. Daarom heten deze woordsoorten ook wel ‘de-woorden’ en ‘het-woorden’. Zo is het ‘de/een muis’, ‘het/een tennisracket’ en ‘het/een uur’. Maar let op: het lidwoord hoeft er niet altijd bij te staan. Bovendien past er soms ook geen lidwoord voor.

Juf gaat vanavond huiswerk nakijken.
President Biden wil rust laten terugkeren in het land.
Texel is erg populair onder vakantiegangers.

3. Veel zelfstandig naamwoorden kun je verkleinen

Van de meeste zelfstandig naamwoorden kun je een verkleinvorm maken:

het schaartje
het aapje
het vaasje
het vriendje

4. De meeste zelfstandig naamwoorden kun je in meervoud/enkelvoud zetten.

Veel zelfstandig naamwoorden kun je in het meervoud (of enkelvoud) zetten. 

de tomaat – de tomaten
de laptop – de laptops
het paard – de paarden

Er zijn natuurlijk ook uitzonderingen zoals:

het personeel 
de brandweer
het vee
de hersens (alleen in meervoud)

5. Zelfstandig naamwoorden kun je makkelijk combineren.

Je kunt met verschillende zelfstandig naamwoorden heel simpel samenstellingen maken:

fiets + band = fietsband
fietsband + ventiel = fietsbandventiel

voet + bal = voetbal
voetbal + schoen = voetbalschoen

Ook kun je deze woordsoort goed combineren met een bijvoeglijk naamwoord. Deze combinaties bestaan meestal uit losse woorden:

een groot huis
de knappe acteur

In sommige gevallen heeft de combinatie echter een eigen betekenis gekregen. Dan schrijf je het wel aan elkaar:

goedemorgen
platteland
kleinkind
blindedarm
hogeschool

Bovenstaande samenstellingen bestaan uit een bijvoeglijk naamwoord (onderstreept) en een zelfstandig naamwoord (dikgedrukt).