Engelse grammatica oefenen

Op StudyGo kun je oefenvragen maken en uitlegvideo’s bekijken die je helpen met jouw Engelse grammatica.

Engelse grammatica leren? Oefen op StudyGo!

Op StudyGo is de Engelse grammatica opgedeeld in verschillenden onderwerpen. Hieronder vind je een aantal voorbeelden. Bekijk op StudyGo alle onderwerpen en ontdek dat je eindeloos kunt oefenen met het verbeteren van je Engelse grammatica. Start nu en wordt een pro in Engelse grammatica!

Adverbs (Bijwoorden)

A little en a few

Trappen van vergelijking: één, twee of meer lettergrepen

Word order: time and place

Some and any (basis)

Of bekijk andere oefeningen

Engelse grammatica: de basis

Engelse grammatica omvat regels voor het construeren van zinnen. Bijvoorbeeld, de volgorde in een eenvoudige zin is meestal onderwerp (S), werkwoord (V), en lijdend voorwerp (O), zoals in “The cat (S) eats (V) the fish (O).” Het correct gebruiken van lidwoorden zoals the voor specifieke onderwerpen en a voor algemene onderwerpen is ook fundamenteel, evenals het laten matchen van het onderwerp met de juiste werkwoordsvorm.

Grammaticale tijden in het Engels

Er bestaan verschillende tijden in de Engelse grammatica.
Deze tijden duiden aan wanneer iets gebeurt. Deze tijden vormen een belangrijke basis voor het goed leren spreken, schrijven en luisteren in het Engels. Er zijn drie hoofdtijden: past (verleden), present (heden) en future (toekomst). Elke tijd kan in vier vormen voorkomen: simple, continuous, perfect en perfect continuous.

	Past	Present	Future
Simple
Simple	I wrote a blogpost.	I write a blogpost.	I shall write a blogpost.
Continuous
Continuous	I was writing a blogpost.	I am writing a blogpost.	I shall be writing a blogpost.
Perfect
Perfect	I had written a blogpost.	I have written a blogpost.	I shall have written a blogpost.
Perfect continuous
Perfect continuous	I had been writing a blogpost.	I have been writing a blogpost.	I shall have been writing a blogpost.

Uitzonderingen en complexe structuren

In de Engelse taal bestaan er veel uitzonderingen op de basisregels. Onregelmatige werkwoorden zoals go volgen bijvoorbeeld niet de standaard verleden tijd die eindigd op-ed. Daarnaast zijn sommige zinsstructuren complexer in het Engels dan in het Nederlands. Als je bijvoorbeeld voorwaardelijke zinnen wilt maken (conditional sentences) met if dan worden er in een zin diverse Engelse tijden door elkaar gebruikt. Bijvoorbeeld: ‘If I were famous, I would travel the world!’. Het is daarom belangrijk dat je de vaste zinsconstructies hiervoor leert. Ook dit vindt je terug in de oefeningen op StudyGo!